Parochie van de heilige Jozef
patroon van de H. Kerk

Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam

31 mei 2025

Meimaand - Mariamaand: Wij groeten u, o Koningin


Wij groeten u, o Koningin, o Maria.
Gij zijt des hemels Grootvorstin, o Maria.

Refrein
Loof haar, o cherubijn,
prijs haar, o serafijn,
prijs met ons uw Koningin.
Salve, salve, salve Regina.

Gij zijt het toonbeeld aller deugd, o Maria.
Der eng'len en der mensen vreugd', o Maria.

In aller droefheid, angst en nood, o Maria.
Kom ons te hulp tot in de dood, o Maria.

Noveengebed voor Pinksteren

Christus heeft – vóór Zijn heengaan naar de Vader – aan de apostelen de komst van de Heilige Geest beloofd. Hij zou hun elke waarheid leren, Hij zou met hen en in hen zijn. Dit is de belofte die Christus aan Zijn apostelen geeft. De Heilige Geest zal de Kerk van Christus besturen en bewaren, en Hij zal ons allen leiding geven en bewaren. Juist in die mate waarin wij ons aan Hem overgeven, zal Hij ons heiligen.

Wat op aarde gebeurde, onmiddellijk na de hemelvaart van Jezus, was de vervulling van Zijn laatste wens, namelijk dat de apostelen en Zijn heilige Moeder eensgezind bleven in het gebed om de Heilige Geest af te roepen. Zij zetten als het ware het gebed van Christus op aarde voort door de Heilige Geest. En zo verenigt tot op heden het gebed van de Kerk zich met het gebed van Christus in de hemel.

Kom, Heilige Geest,
vervul de harten van Uw gelovigen
en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde.
Zend Uw Geest uit
en alles zal herschapen worden;
en Gij zult het aanzien van de aarde vernieuwen.

Laat ons bidden.
God, Gij hebt de harten van de gelovigen
door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen.
Geef, dat wij door die Heilige Geest
de ware wijsheid mogen bezitten
en ons altijd over Zijn vertroosting verblijden.
Door Christus, onze Heer. Amen.

31 mei: Heilige maagd Maria, Koningin, feest

Het feest van de heilige maagd Maria, Koningin van hemel en aarde, is ingevoerd met de encycliek Ad Caeli Reginam in het jubeljaar 1953-1954 door paus Pius XII. Het is tevens een eretitel van Maria. De naam van dit feest correspondeert ook met het vijfde glorievolle geheim van de heilige Rozenkrans.

'Ad Caeli Reginam' (Nederlands: Tot de Koningin des Hemels) is een encycliek van paus Pius XII, uitgevaardigd op 11 oktober 1954, waarmee de paus de liturgische gedachtenis van Maria Koningin instelde. De paus bepaalde de feestdag op 31 mei, de laatste dag van de Mariamaand. De encycliek vormde het leerstellig hoogtepunt van het Mariajaar, dat Pius een jaar eerder (met de encycliek Fulgens Corona) had ingesteld, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de afkondiging van het dogma fidei van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, in 1854, door paus Pius IX (met de pauselijke bul Ineffabilis Deus).

De encycliek is een belangrijk document in de Mariologie van paus Pius XII. Vier jaar eerder had de paus het dogma van Maria Tenhemelopneming afgekondigd, met de apostolische constitutie Munificentissimus Deus.

De belangrijkste grondslag voor het Koninginschap van Maria vond de paus in het Evangelie volgens Lucas (Lc. 1, 32-33), waar over Jezus geschreven staat: Zoon van de Allerhoogste zal Hij genoemd worden, en God de Heer zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal koning zijn over het huis van Jacob in eeuwigheid, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. Hieruit kan men volgens de paus gemakkelijk afleiden dat Maria zelf ook koningin is, want Jezus was - al met Zijn ontvangenis - als mens Koning en Heer van alles. In dit verband haalt de paus ook Johannes Damascenus aan, die geschreven heeft: Naar waarheid is zij (Maria) de Meesteres van de gehele schepping geworden, toen zij Moeder werd van de Schepper. Een tweede grondslag voor het koningschap van Maria, vindt de paus in haar aandeel in de verlossing van de mensen. Doordat zij ons haar Zoon geschonken heeft, tot verlossing van alle zonden, heeft zij deel aan het verlossingswerk van haar Zoon, en dus aan Zijn koningschap, dat door paus Pius XI, in 1925 werd afgekondigd met de encycliek Quas Primas.

Ter ondersteuning van het koningschap van Maria, haalt de paus - eerder in de encycliek - een groot aantal oudere schrijvers aan die Maria als Koningin, of Meesteres hebben genoemd. Al deze vroegere getuigenissen, werden - volgens de paus - samengevat door de Heilige Alfonsus van Liguori, toen hij schreef: Omdat de Maagd Maria zo hoog in waardigheid is verheven dat zij de Moeder van de Koning der koningen zou zijn, daarom heeft de Kerk haar volkomen terecht met de titel van Koningin onderscheiden.

De paus verwijst ook naar de traditie van de liturgie, waarin Maria al heel lang als koningin wordt vereerd. Zo noemt hij de Gregoriaanse hymne Salve Regina, en de antifonen Ave Regina caelorum en Regina caeli, laetare. Ook in de Litanie van Loreto wordt Maria al lang als Koningin aangeroepen. Het is daarom dat de paus met deze encycliek geen nieuwe geloofwaarheid aan het christenvolk wil voorhouden, aangezien in feite de grond en de redenen waarop de koninklijke waardigheid van Maria steunt, reeds te allen tijde overduidelijk zijn uitgedrukt en gevonden worden in de van oudsher overgeleverde documenten van de Kerk en in de boeken van de heilige liturgie.

30 mei 2025

Informatiebulletin voor de maand juni is verschenen

Het Informatiebulletin is het parochieblad van de Jozefparochie dat maandelijks verschijnt. In de editie voor de maand juni - in het bijzonder toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus - aandacht voor Zijne Heiligheid paus Leo XIV, een gebed voor de Paus, de lezing voor de Sint-Nicolaasacademie, en Pinksteren.

Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin juni' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

29 mei 2025

Meimaand - Mariamaand: Regina Caeli Laetare: il Signor non è morto (Mascagni)


Latijn

Regina caeli, laetare, alleluia,
quia quem meruisti portare, alleluia,
resurrexit sicut dixit, alleluia;
ora pro nobis Deum, alleluia.

Italiaans

Inneggiamo, il Signor non è morto.
Ei fulgente ha dischiuso l'avel.
Inneggiamo al Signore risorto
Oggi asceso alla gloria del Ciel!
Alleluia!
Nederlands

Koningin des hemels, verheug u, alleluja!
Omdat Hij, Die gij waardig geweest zijt te dragen, alleluja!
Verrezen is, zoals Hij gezegd heeft, alleluja!
Bid God voor ons, alleluja!



Laten we Hem loven, de Heer is niet dood.
Op schitterende wijze heeft Hij de hemel geopend.
Laten we de opgestane Heer loven,
Die vandaag is opgestegen naar de hemelse glorie!
Alleluja!

Hemelvaart van onze Heer Jezus Christus, hoogfeest

Mozaïek van de hemelvaart van Jezus Christus in de Basilica di San Marco in Venetië.

Epistel
Hand. 1, 1-11
Mijn eerste boek heb ik geschreven, Theophilus, over al hetgeen Jezus heeft gedaan en geleerd van het begin af tot op de dag, dat Hij werd opgenomen, na door de Heilige Geest Zijn bevelen te hebben gegeven aan de apostelen, die Hij had uitgekozen. Aan hen ook heeft Hij na Zijn lijden door vele bewijzen getoond, dat Hij weer leefde, doordat Hij gedurende veertig dagen aan hen verscheen, en dan sprak over het rijk Gods. En terwijl Hij eens met hen maaltijd hield, beval Hij hen niet weg te gaan van Jeruzalem, maar de belofte van de Vader af te wachten, waarover gij - zo zei Hij - Mij hebt horen spreken; want Johannes doopte wel met water, maar gij zult gedoopt worden met Heilige Geest binnen enkele dagen. Daarom stelden de aanwezigen Hem de vraag: Heer, is dat de tijd, waarop Gij voor Israël het koninkrijk zult herstellen? Maar Hij gaf hun ten antwoord: Het komt u niet toe tijd en uur te kennen, die de Vader in Zijn macht heeft vastgesteld; maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest, Die over u zal komen, en gij zult Mij tot getuigen zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en in Samaria, ja tot aan het einde der aarde. En toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen opgeheven, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En terwijl zij Hem nog ten hemel nastaarden, stonden er opeens twee mannen bij hen in witte klederen; en deze zeiden: Mannen van Galilea, wat staat gij toch naar de hemel op te zien? Deze Jezus, Die van u ten hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem hebt zien opstijgen ten hemel.

Evangelie
Mc. 16, 14-20
In die tijd verscheen Jezus aan de elf leerlingen, terwijl zij aan tafel waren. En Hij berispte hen over hun ongelovigheid en verstoktheid van hart, omdat zij geen geloof geschonken hadden aan hen, die Hem na Zijn verrijzenis gezien hadden. Ook sprak Hij nog tot hen: Gaat uit over de gehele wereld, en verkondigt het Evangelie aan alle schepselen. Wie gelooft en zich laat dopen, zal zalig worden; maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En de volgende wondertekenen zullen hen, die geloven, vergezellen: In Mijn Naam zullen zij duivels uitdrijven, vreemde talen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen; en al drinken zij dodelijk gif, het zal hun niet schaden; zieken zullen zij de handen opleggen en deze zullen genezen. Na aldus tot hen gesproken te hebben, is de Heer Jezus ten hemel opgenomen en zetelt Hij aan de rechterhand van God. Zij nu gingen uit en predikten overal, terwijl de Heer meewerkte en de prediking bekrachtigde door de wonderen, die er mee gepaard gingen.

Overweging
De vrucht van het mysterie dat wij vandaag vieren wordt heel duidelijk uitgedrukt in de oratie van de heilige Mis van vandaag: “Dat wij, die geloven dat Uw Eniggeboren Zoon, onze Verlosser, vandaag ten hemel is opgestegen, ook zelf met de geest in de hemel verwijlen”. Mente in caelestibus habitemus. Dat wij, terwijl wij nog op aarde verblijven, onze verheerlijkte Verlosser in de geest naar de hemel volgen en daar een geestelijke woning kiezen.

De bedoeling van de Kerk is niet een vluchtige gedachte aan de hemelse dingen te midden van onze aardse bezigheden, die toch voortdurend onze volle aandacht eisen, maar een vaste overtuiging dat wij niet van deze wereld zijn. Dat onze toekomst van een andere aard is. Het doel van ons christelijk leven ligt niet op deze aarde, maar in de hemel. Ons aardse leven is een pelgrimstocht naar de hemel, mits wij de weg van Christus gaan, in Zijn voetsporen treden en leven volgens Zijn woord. De Kerk neemt ons vandaag dus bij de hand en richt onze ogen en harten omhoog. Daar is ons vaderland en onze woning, daar is ons ware leven ‘met Christus verborgen in God’.

28 mei 2025

Vigilie van de hemelvaart van de Heer

Verheven Vorst der eeuwigheid,
Gij Die Uw kinderen bevrijdt,
de zege is aan U, o Heer,
de dood ligt aan Uw voeten neer.

Gij stijgt omhoog in het heelal,
waar U de Vader noden zal
te zitten aan Zijn rechterhand,
te heersen over zee en land.

Al wat er in de hemel leeft,
wat op de aarde woning heeft,
de diepte der verborgenheid,
het buigt zich voor Uw Majesteit.

U, Jezus, zij de heerlijkheid,
Die stralend opgevaren zijt,
met Vader en met Geest tezaam
zij eeuwig lof Uw grote Naam.

26 mei 2025

Maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag: Kruisdagen - Litanie van alle heiligen

Op 25 april en op de maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag viert de Kerk de Kruisdagen. Op 25 april wordt de bidprocessie ofwel de Litaniae maiores in Rome gehouden, op deze drie dagen voor Hemelvaartsdag zijn de processies ofwel de Litaniae minores (de minder plechtige litanie) van Franse oorsprong. Sinds jaren werd Zuid-Frankrijk geteisterd door vreselijke plagen. Bisschop Mamertus vatte het plan op om op deze drie dagen voorafgaand aan Hemelvaartsdag een algemene bidprocessie te houden. Dit gebruik vond al snel navolging in andere steden, rond het jaar 800 ook in Rome. De Nederlandse naam 'kruisdagen' is afkomstig van de oude gewoonte dat de priester daarbij een kruis of kruisreliek in de handen hield. Deze biddagen hebben nog altijd een tweeledig doel: het afwenden van de door onze zonden verdiende straffen en de zegen van God over de vruchten van de aarde, over de gelovigen en over de gehele Kerk af te smeken. De litanie van alle heiligen en de daarbij behorende gebeden dragen het karakter van smeekgebeden. In de gezangen van de Mis van de Kruisdagen loven wij reeds bij voorbaat de Heer om Zijn barmhartigheid, die niet zal uitblijven na vurige en algemene oefeningen van gebed en boete.

De Mis van deze drie Kruisdagen heet in het Latijn Missa Rogationum (In Litaniis Minoribus). Het Latijnse werkwoord 'rogare' betekent 'vragen'. Voorafgaand aan de heilige Mis van de Kruisdagen wordt de litanie van alle heiligen gezongen. Drie dagen lang vraagt de strijdende Kerk (op aarde) aan God en aan alle heiligen (de zegepralende Kerk) om alle goederen te mogen verkrijgen die wij nodig hebben en om bescherming tegen alle onheil, ziekte, rampen en kwaad. Luisteren wij naar en vertrouwen wij op de woorden van onze Heer Jezus Christus uit het Evangelie van afgelopen zondag (vijfde zondag na Pasen), waarin Hij Zelf zegt: "Vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij." Bidden wij, zeker in deze Mariamaand, dagelijks de rozenkrans, het krachtige gebed tot onze lieve Heer en Zijn Moeder, en vragen wij onze lieve Vrouw om ons in ons voortdurend gebed te begeleiden.

26 mei: Heilige Philippus Neri, belijder

Barones Dona Pompilia de Rossi heeft zojuist de communie ontvangen en wéér maakt zij aanstalten om de kerk uit te lopen. Verdrietig om zoveel gebrek aan eerbied zet de priester spontaan de ciborie op het altaar, rent naar de sacristie en duwt de misdienaars die klaar staan voor de volgende Mis brandende kaarsen in de handen: “Ren en ga naast de barones lopen.”
De vrouw weet niet wat haar overkomt als de misdienaars niet van haar zijde wijken. Geërgerd loopt zij met haar ‘schaduwen’ terug naar de kerk, waar de priester buiten wacht. Woest vraagt zij wat dit heeft te betekenen, waarop Philip Neri zegt: “De Kerk vraagt dat wanneer het Allerheiligste over straat wordt gedragen, Het met brandende kaarsen wordt begeleid. De misdienaars zullen u door de straten van de stad begeleiden totdat u thuis bent.” Verhit loopt Dona Pompilia terug de kerk in. Nooit meer zal zij die voortijdig verlaten.

Philippus Neri was in 1533, 18 jaar oud, van Florence naar Rome vertrokken. Kort daarvoor heeft hij afstand gedaan van een erfenis en zo komt hij berooid aan in de zogenoemde Heilige Stad, waar heiligheid soms ver te zoeken is. Hij geeft les in ruil voor een zolderkamertje en eten. Philip is opgewekt en recht door zee en zijn lessen, waarin humor en heiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, worden door steeds meer jongeren bijgewoond. Hij bezoekt armen en zieken, organiseert pelgrimsreizen naar de zeven hoofdkerken van Rome en bedelt geld bijeen voor hen die dit niet kunnen betalen.

Op aandringen van zijn biechtvader wordt hij priester en creëert hij plaatsen van gebed, meditatie, muziek en voordrachten, voorlopers van de latere oratoria.

Bisschoppen, kardinalen en pausen komen bij hem om raad. Als paus Gregorius XIV hem de kardinaalshoed stuurt, dan stuurt Philippus die per kerende post terug.

Op 26 mei 1595 verzamelt Philip zijn leerlingen om hem heen. Zittend in zijn bed geeft hij na tachtig jaar het leven aan zijn Heer terug.

Op 12 maart 1622 wordt Philippus Neri heilig verklaard, tegelijk met zijn vriend Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius en Teresia van Avila.

25 mei 2025

Meimaand - Mariamaand: Laat ons nu blij zijn met de Heer

Na de Verrijzenis verschijnt Jezus aan Zijn moeder Maria.

Laat ons nu blij zijn met de Heer, alleluja,
Maria lijdt en weent niet meer, alleluja;
het wrede leed is nu vergaan, alleluja,
haar Zoon, haar Jezus opgestaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

O zoete Moeder van de Heer, alleluja,
gij zijt geen smartenmoeder meer, alleluja;
daar komen al de eng'len aan, alleluja;
o hoort toch, hoe ze juub'len gaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Ziet, uw verrezen, lieve Zoon, alleluja,
tooit u met eeuw'ge lentekroon, alleluja;
Sint Jan, Sint Pieter stemmen in, alleluja,
met aller zang, o Koningin, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Wij leggen onze zonden neer, alleluja,
in 't blijde graf van onze Heer, alleluja;
nu zijn wij rein, nu zijn wij vrij: alleluja.
Zo zingen en herzingen wij: alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!